Leren wingfoilen: de beginnersgids
Tof dat je de wingfoil beginners
gids leest en je ook wilt wagen aan het wingfoilen! In deze
gids informeren we je over welk wingfoil materiaal het best bij jou past, de beste
condities om te leren wingen en geven we je aantal wingfoil tips van het huis. Let
op, wanneer je eenmaal begint wil én kan je niet meer zonder...
;)
Wat is wingfoilen?
Wingfoilen, ook wel wingsurfen (werkwoord: wingen) genoemd, is op dit moment één van de meest populaire en snelst groeiende watersporten en dat is niet zonder reden! Wingfoilen is namelijk toegankelijk voor zowel jong als oud. Daarnaast heb je voor wingen niet heel veel wind nodig, je kan met zo'n 10 knopen al het water op en op veel vlakwaterspots, in tegenstelling tot kitesurfen, is het toegestaan om te wingen. Last but not least, wingen is ook gewoon ontzettend leuk en toch weer net even anders dan alle andere watersporten!
Is het moeilijk om te leren wingfoilen?
Ja en nee. Naar onze mening is leren wingfoilen vergelijkbaar met leren kitesurfen. Net als bij kitesurfen zijn de eerste sessies frustrerend, maar als je eenmaal boven het water zweeft weet je niet waar je je ooit druk over hebt gemaakt. Daarnaast is de snelheid van je leerproces ook afhankelijk van andere factoren. Onze ervaring leert dat met name windsurfers (niet te verwarren met wingsurfers), foilers (elke vorm) en golfsurfers het wingfoilen snel oppikken. Ook zijn de spotcondities belangrijk; 17 knopen en vlak water is een stuk vriendelijker dan 10 (of 35) knopen op een onstuimige zee. Al met al verwachten wij dat je binnen een dag of 3 heen en weer kan varen zonder walk of shame.
Wat heb ik nodig om te kunnen wingfoilen?
Vrij simpel, 3 dingen:
- Een hydrofoil
- Een wingfoilboard
- Een wing
En verder niet geheel onbelangrijk:
- Een pomp
- Een wetsuit
- Een impact vest
- Een helm
- Een boardleash
- Een wingleash
- Een goede portie doorzettingsvermogen (verkopen we helaas niet)
Wat is een
hydrofoil?
Makkelijk antwoord, dat ding onder je board dat je het water uit duwt. Maar hoe werkt dat nou precies? Er is één element van toepassing waardoor een hydrofoil uit het water gelift kan worden; snelheid. Snelheid creëert namelijk een opwaartse kracht (lift), waardoor de foil uit het water komt en jij met je board omhoog komt. Het exacte natuurkundige principe hierachter is vrij complex en laten we even buiten beschouwing (voor als je het echt graag wilt weten, kijk hier), maar neem van ons aan dat het werkt! Taak voor de rider is dus om deze opwaartse kracht te controleren en te gebruiken waar nodig (denk aan een jump).
Uit welke onderdelen bestaat een hydrofoil?
-
Frontwing
- Stabilizer, ook wel bekend als backwing
- Fuselage
- Mast
- Baseplate
De frontwing en stabilizer
De Hydrofoil bestaat uit twee vleugels; een voor- en achtervleugel (frontwing en stabilizer). In het kort, de frontwing genereert de lift die je nodig hebt om het water uit te komen en je daar te houden, de stabilizer zorgt voor een stabiele ride. De frontwing is het meest merkbare onderdeel van de hydrofoil, omdat deze voor het grootste gedeelte het vaargedrag bepaalt. Hier komen we later op terug.
Fuselage
De fuselage is het stuk dat de vleugels en mast met elkaar verbindt. Fuselages zijn beschikbaar in allerlei maten voor verschillende foildisciplines. Voor een beginners wingfoilset is de fuselage meestal rond de 70/75cm. De lengte van de fuselage is als je net begint met leren wingfoilen niet erg belangrijk, bij aanschaf van een set zorgen wij ervoor dat je de juiste maat hebt. Mocht je het toch graag willen weten; een langere fuselage zorgt voor meer stabiliteit. Een kortere fuselage zorgt voor een foil die gevoeliger is in het omhoog (en naar beneden) bewegen, waardoor je makkelijker kan pompen en sneller bochten kan nemen. De meeste fuselages bestaan uit aluminium of carbon. Carbon is de lichtere variant, wat ten goede komt aan de low-end en efficiency van de hydrofoil.
Mast
De mast is het onderdeel dat het board
met de fuselage en vleugels verbindt. Er zijn verschillende soorten masten voor
verschillende soorten niveaus en condities. Ook hier is de lengte (grotendeels)
bepalend voor de performance. De lengte van de mast voor wingfoilen varieert
meestal tussen de 65 en 85cm. Over het algemeen zijn korte masten makkelijker om
mee te leren wingfoilen, omdat de crashes minder hard zijn en je in ondieper water kan
oefenen. Een hele korte mast (denk aan 45cm) om mee te beginnen klinkt fijn en
misschien wel logisch, maar dat is niet per se waar. Met een hele
korte mast is de kans dat je blijft plakken aan het water groter (zeker met chop), en als je
eenmaal het water uit bent moet je heel goed oppassen dat je niet meteen het water uit
schiet. Het kost je dan opnieuw energie om te starten en te vliegen. Een langere
mast is vergevingsgezinder, omdat je meer ruimte hebt als je eenmaal van het water af bent
met je board. Daarom raden we beginners een mast tussen de 65cm en 85cm
aan.
Een mast langer dan 85cm is bij het wingen niet gebruikelijk, maar kan zeker een goede optie zijn. Als er bijvoorbeeld veel in hoge golven gevaren wordt is het makkelijker om hier met een lange mast overheen te gaan. Daarnaast is een lange mast handig als er met veel power gevaren wordt, bijvoorbeeld in het racen.
Aluminium versus carbon
Net zoals bij een fuselage kunnen masten gemaakt worden van zowel carbon als aluminium. Carbon is opnieuw de duurdere, maar daarbij wel lichtere variant. Een lichtere mast is fijn in gebruik, in de eerste plek omdat er minder gewicht mee hoeft worden genomen naar het strand (mensen die varen op Oostvoorne varen, let op!) en een lichter gewicht is vooral fijn in de dynamische handeling op het water, bij bochten en bijv. een sprong is er minder gewicht dat "de bocht om moet".
Baseplate
De baseplate is het koppelstuk tussen het board en de foil. Bij enkele merken bestaat de baseplate en de mast uit een geheel (meestal carbon masten) maar bij enkele merken is de set-up los verkrijgbaar. Voordeel hiervan is dat de losse masten (meestal van aluminium) goedkoper en makkelijker uitwisselbaar zijn. Voor het wingen wordt over het algemeen een dubbele US box gebruikt, dit geeft je de mogelijkheid om je foil meer naar achteren of naar voren te positioneren.
Welke hydrofoil vleugels heb ik nodig?
Zoals eerder besproken speelt de frontwing een belangrijke rol bij het generen van lift om je boven het water te laten vliegen. Vaak worden vleugels beschreven door middel van de term aspect ratio (AR). Het aspect ratio zegt iets over de verhouding van de wingspan (lengte van tip tot tip), en de oppervlakte van een foilvleugel. Het aspect ratio wordt berekend met de volgende formule: AR = wingspan * wingspan / oppervlakte. Als voorbeeld nemen we even de Armstrong MA1225, met een span van 93,5cm en een oppervlakte van 1225cm2. De AR is dus 93,5*93,5/1225 = 7,14. Dit getal kun je vervolgens gebruiken om de vleugel in te delen in de categorieën low, mid en high aspect ratio, elk met hun eigen voor- en nadelen. Hieronder leggen we graag uit wat die voor- en nadelen zijn, en welke vleugel het beste bij jouw wensen past.
Low aspect vleugel
Als eerste de low aspect vleugel. Deze vleugels hebben veel oppervlakte met een relatief kleine span. Alhoewel de exacte grenzen niet duidelijke gedefinieerd zijn, spreken wij (bij Versus) van een low aspect vleugel als de AR onder de 6 ligt. Een low aspect vleugel heeft een lagere stall-speed. Dit is de minimale snelheid die je nodig hebt om te blijven varen. Een lagere stall-speed is fijn in het begin, omdat je op lagere snelheden kunt blijven tijdens het leren. Tevens kan een lagere stall-speed ook fijn zijn op spots met langzame golven, zodat je niet steeds de golf inhaalt tijdens het varen op de golf.
Ook is een low aspect vleugel vergevingsgezinder. Door de kleinere wingspan laat deze vleugel zich makkelijker bewegen door het water. Hierdoor kun je beter je kleine fouten corrigeren. Een vleugel met een hoger aspect ratio straft je meteen af. Niet alleen de vaareigenschappen van een low aspect vleugel zijn geschikt voor beginners, ook praktische zaken als het vervoeren van je foil en het heel houden van je wing (en voeten) zijn makkelijker met een low aspect vleugel. Een high aspect wing is meer geshaped als een mes, en heeft meer randen waaraan je jezelf, of je wing, kunt snijden. De uiteindes van low aspect vleugels zijn een stuk stomper, dus loop je minder risico op ongewenste amputaties ;).
Voordelen low aspect vleugel | Nadeel low aspect ratio vleugel |
Gemakkelijk te besturen bij een lage snelheid | Minder goed voor pumping (foilen zonder wing of kite) |
Gemakkelijke en grotere lift | Minder groot snelheidsbereik |
Ideaal voor beginners | Minder efficiënt waardoor je wat meer weerstand ervaart |
Goed voor condities met weinig wind | |
Lage stall speed | |
Veiliger |
High aspect vleugel
Vleugels met een high aspect ratio zijn langer, breder, dunner en hebben minder bolling, hierdoor creëren ze minder weerstand in het water en genereren ze veel snelheid. Bij een lage snelheid is de high aspect ratio wing minder goed te controleren en is de lift minder gemakkelijk bij de kick-off, hiervoor is het goed om al wat enige ervaring te hebben met starten. Om deze reden is een high aspect vleugel niet aan te raden voor beginnners. Een HA ratio vleugel heeft grofweg een ratio van 7,5 of groter. De high aspect ratio vleugels worden eerder door gevorderden gebruikt waarbij veel snelheid en scherpe bochten komen kijken. Met veel snelheid kun je de golf bijhouden en blijven pompen!
Voordeel high aspect ratio | Nadeel high aspect ratio |
Veel glide! |
Minder gemakkelijkere lift bij kick-off; heeft meer power/snelheid/techniek
nodig
|
Focus op snelheid
|
Minder stabiel bij lage snelheden, hogere stall-speed |
Perfect voor
pumping |
Niet voor beginners |
Mid aspect vleugel
Als laatste hebben we natuurlijk nog de mid aspect vleugel, met een aspect ratio tussen de 6 en 7,5. Als je niet echt kunt kiezen tussen een high- en low-aspect wing zijn deze wings heel interessant. Net zoals bij een een hybride foilboards zijn mid aspect vleugels een beetje van beide. Dat betekent een medium stall speed, medium vergevingsgezind en een medium topsnelheid. Zullen mid aspect wings altijd excelleren in elke conditie? Nee, maar ze zijn zeker het overwegen waard als je met één vleugel alles wilt kunnen doen!In de afbeelding zie je de North Sonar SF930 met een high aspect ratio van 8,8 en de Sonar MA1050 als mid aspect met een ratio van 6,2.
Hoe zit het met de oppervlakte van de vleugels?
Niet alleen het aspect ratio van een foilvleugel is belangrijk, ook de oppervlakte speelt een rol. Vaak hoor je ook mensen op het strand zeggen welke maat vleugel ze hebben, zonder erbij te vermelden wat voor type wing het is. In de regel geldt natuurlijk dat een vleugel met een grotere oppervlakte meer lift genereert. Dit is van belang voor lichte wind, maar ook voor zwaardere riders. Bij een low aspect wing is een grote vleugel voor lichte wind zo rond de 1500-2000 cm2, echter heeft een light-wind high aspect vleugel hier maar 1300cm2 voor nodig. Alleen de oppervlakte zegt dus niet alles. Het is lastig om algemeen geldend advies te geven over de maat frontwing die je als beginner moet hebben, omdat hier meerdere factoren een rol spelen. In welke windsterkte wil je namelijk varen? En hoe zwaar ben je? Hoe groot is je board? etc. Graag geven wij hier passend advies over, dat precies op jouw situatie aansluit! Neem daarom contact met ons op als je twijfelt over de maat van je vleugels.
Wat doet de stabilizer?
Ook de vorm en maat van de achtervleugel zijn van belang. Zoals al eerder aangegeven zorgt de achtervleugel voor balans. In het algemeen, hoe meer oppervlakte, hoe meer stabiliteit. Zodra je als winger merkt dat je meer uitdaging kan gebruiken is het aan te raden om ook een kleinere stabilizer te nemen. Hoe korter, hoe speelser, waardoor je agressievere bochten kan maken om lekker golven mee te pakken. Overigens komt de lift echt minimaal uit de stabilizer, dat ligt vrijwel volledig op de schouders van de frontwing.
Goed om te weten: Een foilset komt altijd compleet met de stabilizer die de frontwing het beste complementeert, hierdoor hoef je je als beginner niet druk te maken over welke stabilizer je moet kiezen. Wil je toch iets anders? Vraag ons dan om advies en een speciale deal!
Spacers/ shims
Een spacer, shim of wig is een klein plakje kunststof dat je onder de frontwing of backwing plaatst, waardoor de wing minder snel lift en je in een vloeiende beweging snelheid maakt. Op deze manier kun je het karakter van de vleugel nog verder verfijnen naar je behoeftes, als je eenmaal kunt wingfoilen is het leuk om daar mee te experimenteren.
Oke, duidelijk, als beginner heb ik een low-aspect wing nodig, een fuselage tussen de 70 en 75 cm, de bijbehorende stabilizer en een mast tussen de 65 en 85cm, kan ik nu het water op? Helaas nog niet, zoals je weet je heb je nog iets meer nodig. Hieronder gaan we verder met het uitleggen van een wing. We weten dat de terminologie soms door elkaar loopt, maar vanaf nu refereren we met een wing naar het opblaasbare apparaat dat je in je hand hebt.
Wat moet ik weten over wingfoil wings?
Er zijn veel verschillende soorten wings op de markt te verkrijgen, het is daarom goed om te weten wat de mogelijkheden zijn en welke maat wing je nodig hebt. Op dit moment is de wing markt ook volop in ontwikkeling en zien we dat het materiaal en technische eigenschappen nog steeds worden doorontwikkeld.
Welke maat wing kan ik het beste nemen?
De wingmaten variëren tussen de 2m2 en 8m2. Welke maat het best bij je past is afhankelijk van je gewicht en de windkracht. Om je het best te informeren en een idee te geven van de richtlijnen hebben we een tabel voor je gemaakt.
Gewicht < 65KG | Knopen |
2m2 | 35+ |
3m2 | 23-34 |
4m2 | 13-28 |
5m2 | 11-23 |
6m2 | 9-18 |
7m2 | 7-13 |
Gewicht 65KG - 85KG | Knopen |
2m2 | 40+ knopen |
3m2 | 24-36 |
4m2 | 18-30 |
5m2 | 13-26 |
6m2 | 11-18 |
7m2 | 8-15 |
Gewicht > 85KG | Knopen |
2m2 | 45+ |
3m2 | 25-38 |
4m2 | 22-33 |
5m2 | 16-28 |
6m2 | 13-22 |
7m2 | 10-17 |
Bij wingfoilen is er, anders dan met kiten, een groter windbereik per wing. Dit houdt in dat je in principe niet heel veel verschillende maten wings nodig hebt om te kunnen wingfoilen, met één of twee verschillende maten kom je al een heel eind. En met meer ervaring zal je windbereik alleen maar groter worden. Een grotere wing heeft meer oppervlakte en geeft meer power, zodat je met lichtere wind het water op kunt. Het nadeel van een grotere wing is dat ze zwaarder en minder bewegelijk zijn. Een kleine wing is dus bewegelijker, dit is met name fijn in de golven, waar je veel met je wing bezig bent, zo zet je deze achter je als je een golf pakt, en trek je hem weer aan om terug te gaan om de volgende golf te pakken. Het nadeel van een kleinere wing is natuurlijk dat er meer wind nodig is om te kunnen wingen. De meest voorkomende maat wing is de 5m, deze maat geeft voor de meeste mensen de beste windrange. Voor een zwaardere rider is het handig om naar een maatje groter te kijken, terwijl voor de lichtere rider dit juist andersom geldt. Wil je zeker weten of je goede maat in gedachten hebt? Laat het ons weten, we helpen je graag uit de brand(ing) ;)
Soft of rigid handles?
Het koppelstuk tussen jou en je wing zijn natuurlijk de handles. In het begin had vrijwel elke wing of soft handles, of een giek. Op dit moment zijn er drie soorten opties om je wing vast te houden; soft, rigid of een boom. Een soft handle zijn zachte lussen, die zitten op de Slingwing V3 of de Flysurfer Mojo. Rigid handles zijn harde handles, bijvoorbeeld op de Vayu V3 en Ensis Score V2. De boom is een giek, wij hebben momenteel geen wings in ons assortiment met deze optie, mede omdat de grote ingepakte door de lange giek erg onhandig is. De keuze van het type handle is persoonlijk en qua gewicht is het redelijk om het even. Sommige wings, zoals de VAYU V3, leveren beide opties mee, waardoor je niet meteen hoeft te kiezen. Twijfel je over je handlekeuze? Kom eens langs in de winkel om te proberen!
Leash(es)
Om te voorkomen dat je je wing of board verliest is het handig om een leash aan te schaffen, ook hiervoor heb je verschillende opties in constructie en prijs. Vrijwel alle wings komen met een leash, maar dit geldt niet voor alle boards. Informeer bij ons naar de opties!
Welk wingfoil board moet ik nemen?
Naast je foil en wing heb je natuurlijk een foilboard nodig. Een foilboard komt in verschillende soorten, maten, en vormen. Over het algemeen zijn wingfoilboards kort, breed en dik, en lijken daarbij erg op SUPs. Het volume varieert tussen de 25L en 140L. Voor de l iefhebber van een sprongetje is er bij een deel van de boards de mogelijkheid om voetbanden te monteren.
De wingfoil boards worden gemaakt van carbon of kunststof, met als verschil:.. jaja, gewicht. De carbon boards wegen over het algemeen maximaal 7 kg, waarbij de kunststof varianten tussen de 8 en 9 kilo wegen (wel afhankelijk van de maat natuurlijk). In het begin is het fijner om een board te nemen met veel volume, afhankelijk van je gewicht/lengte. Een in verhouding te lang of te groot board zorgt er voor dat het moeilijk wordt om snelheid te maken en te sturen. Daarnaast heb je relatief meer wind nodig als je opzet te groot is. Voor een beginner nemen we als vuistregel om ongeveer 20L - 40L boven je lichaamsgewicht in kg te zitten. Zodra wingfoilers op een gevorderd niveau komen zien we dat de keuze naar een board gaat dat net wat kleiner is in liters dan hun eigen gewicht (denk dan aan -10/-20L t.o.v. je eigen gewicht).
Welke maat wing board past het beste bij mij?
Het board dat het best bij je past is afhankelijk van je gewicht en je niveau. Om je een beeld te geven met welk board je het best kan beginnen hebben we hieronder een grof overzicht voor je gemaakt:
>85kg | Beginner | vb. (85 kg) 105L - 125L |
|
Ervaren | vb. (85kg) 75L - 65L |
70kg - 85kg | Beginner | vb. (70kg) 90L - 110L |
|
Ervaren |
vb. (70kg) 50L
- 60L
|
<70kg | Beginner | vb. (60kg) 80L - 100L |
Ervaren |
vb. (60kg) 40L
- 50L
|
Welk type materiaal past bij mij: inflatable of hard wingboard?
Opblaasbare boards zijn ideaal als je begint met wingen, omdat deze relatief licht zijn en veel volume hebben. Ze zijn ook vergevingsgezinder als je op of tegen het board valt en ze kunnen ook meer hebben als ze zelf vallen. De inflatable is ook perfect als je ermee op reis wilt of als je minder opbergruimte hebt. Het nadeel is dat ze in de regel meer aan het water plakken en minder fijn varen dan de harde counterparts. We raden aan om met een inflatable board te beginnen en daarna de overstap te maken naar een "hard" board. Dit omdat de harde boards stabieler en sneller reageren dan de inflatable. We zien dat de overstap naar carbon komt zodra wingers een board willen die lichter en stijver is.