Vijf knopen wind, spiegelvlak water en toch kunnen speren over het water en hoogte lopen zonder problemen! Het is een waanzinnig gevoel als je voor het eerst met je foilboard over het water vliegt. In Frankrijk is het al een paar jaar de gewoonste zaak van de wereld, maar in Nederland begint de foil gekte nu pas langzaam los te komen. Veel merken hebben dit seizoen hun eerste foils op de markt gebracht om het grote publiek te laten vliegen. Ook Versus is sinds kort aan het foilen geslagen. Wat heb je nodig, wanneer ga je oefenen en hoe blijf je op dat ding staan? Eddy is net beginner af en deelt zijn ervaringen.
LET OP: Dit artikel is verouderd. We hebben een veel uitgebreidere en up to date foilguide geschreven.
Lees de kitefoil beginnersgids
Foils:
Qua foils heb je net als bij kites lage AR (aspect ratio,) vleugels en hoge AR vleugels. De vleugels met een lage AR zijn meer bulky en hebben meer sweep naar achteren terwijl de hoge AR vleugels lang gestrekt en recht zijn. Een vleugel met een lage AR zal gemakkelijk omhoog komen met een lage snelheid, terwijl de hoge AR foils meer snelheid nodig hebben. De eindsnelheid van een hoge AR ligt wel vele malen hoger dan die van een lage AR.
^ Frontwing met lage AR
Heb je de ambitie om lekker rustig te cruisen, ga dan voor een lage AR. Wil je meer spanning en snelheid, ga dan voor een hogere AR.
Er werd gezegd dat de lage AR’s beter geschikt zijn voor beginners, maar naar mijn ervaring kan er prima op een hoger AR begonnen worden. Na een uur geoefend te hebben voer ik prima weg op een Levitaz Aspect (hoge AR vleugel). Het enige nadeel was de snelheid, die soms wel beangstigend hoog opliep, maar dat was tegelijkertijd ook de kick!
^ Frontwing met hoge AR
De mast:
Masten heb je grofweg in 2 soorten: aluminium en carbon masten. De aluminium masten zijn goedkoper en duurzamer maar veel zwaarder en dikker. Door hun dikte zijn ze ook beduidend langzamer dan de carbon masten. Aluminium is dus prima voor de absolute beginner, maar je raakt er wel snel op uitgekeken. Een lengte van 90cm word als het meest prettig ervaren. Kortere masten (+/- 80cm zijn) weliswaar beter in de handeling, maar je schiet ook sneller uit het water waardoor je de controle verliest. Zeker in wat meer choppy water.
Qua bevestiging van de mast aan het board zijn er momenteel 3 standaarden: De tuttle box uit het windsurfen, de foilbox (ontworpen in Frankrijk en gebruikt door Alpine foils en F-one) en de plaat met 4 schroeven die door het gros van de merken wordt gebruikt.
Het voordeel van de plaat, is dat hij gemakkelijk op veel verschillende boards en dunne, twintip achtige boards gemonteerd kan worden zonder dat er eerst een kast ingebouwd hoeft te worden. Deze plaat heeft een standaard afmeting van 90 x 165mm
Het board:
Foils worden gevaren op boards met volume zoals een surfboard, maar ook op vrij dunne boards met een twintip constructie. Het voordeel van een volume board, is dat je in extreem weinig wind eerst op je board weg kunt varen voordat je lift krijgt van je foil. Ook als je pech hebt en je terug moet zwemmen heb je voordeel bij het volume van je board met het terugpeddelen.
Het nadeel van de volume is dat je board minder makkelijk te kantelen is in het water, waardoor je voetbanden minder makkelijk aan te krijgen zijn. Zelf heb ik beide varianten gevaren en vond ik een board zonder volume prettiger, maar toch zegt mijn verstand dat het beter is om wat volume te hebben voor een zwempartij die vast een keer komen gaat.
Boards die in de races gebruikt worden zijn vrij smal en hebben een schuine onderkant om zo heel schuin in het water te kunnen hangen om alle druk te kunnen handelen. Verder is het aan te raden om een board zonder schepre punt te nemen en te kijken of de rails en alle hoeken afgerond zijn ivm vele crashes.
Je kite:
In principe kun je met elke kite foilen. Wat het wel makkelijker maakt, is een stabiele kite met veel depower, denk hierbij aan een Ozone Edge of Slingshot Rally. Een kite die je makkelijk kunt herstarten, ook in weinig wind is aan te raden, want je zult veel crashen. Qua grootte kun je beter een kleinere maat nemen dan normaal. In de foil-races zie je bijna alleen maar foilkites zoals de Flysurfer Sonic, Ozone R1 of F-one Diablo. Deze kites zijn een stuk lastiger in de handeling en voor een recreant niet noodzakelijk om goed te kunnen foilen. Wel zijn ze onverslaanbaar in hun lichtweer prestaties, snelheid en upwind koers.
Trapeze:
Bij voorkeur gebruik ik een zittrapeze, omdat het zwaartepunt wat lager zit. Hiermee heb ik meer controle, zeker als je wat meer overpowered begint te raken
Bescherming:
Ik dacht dat ik toch best aardig kon kiten, maar toen ik begon met foilen, werd ik goed vernederd. Flink harde faceplants, niet kunnen bodydraggen met mijn foilboard zodat ik weer aanspoelde op het strand met slechts kleine golven, oorpijn en blauwe plekken hebben mij toch doen besluiten dat ik alleen nog maar met een helm met oorbeschermers en impactvest ga foilen. Het liefst doe ik ook een lang wetsuit aan met iets meer millimeters neopreen om de klappen wat te dempen. Bij foil crashes kom je immers vanaf een meter hoogte met een flinke voorwaartse snelheid op het water terecht. Je foil heeft haast geen weerstand en vaart soms wel 30 meter door en is best scherp…Een noodsignaal is ook verstandig om mee te nemen, aangezien je snel grote afstanden aflegt en in no-time ver op zee bent.
Omstandigheden:
De beste omstandigheden om te gaan foilen zijn sideshore of side-onshore wind rond de 15 knopen. Het is belangrijk dat de wind stabiel is en het water zo vlak mogelijk is. Chop brengt veel turbulentie onder water met zich mee en golven of deining moet je volgen met je board om ervoor te zorgen dat de vleugel niet uit het water schiet. Dat is nog knap lastig in het begin. Uiteraard moet het water zeker anderhalve meter diep zijn, anders raakt je foil de bodem.
De eerste keer foilen:
Op mijn board heb ik alleen mijn voorste voetbanden gemonteerd, zo kan ik mijn achterste voet verplaatsen om zo beter te kunnen balanceren. Ook vind ik het veiliger dat er slechts 1 voet in de voetbanden staat ivm het verdraaien van mijn voeten bij crashes.
Voordat je start, probeer je je board schuin in het water te leggen, zodat je je voorste voet in de voetband krijgt. Vervolgens stuur je de kite rustig in (niet te ver naar beneden) en ga je op je board staan. Zorg ervoor dat je zoveel mogelijk druk op je voorste voet houdt.
Houd je kite hoog en probeer op het board planerend te varen. Zodra je dit onder de knie hebt kun je langzaam gaan proberen de druk op je voorste voet wat te verminderen. Nu merk je dat de foil meteen omhoog komt en is het een kwestie van balanceren. Als je eenmaal staat werkt het het beste om je goed te concentreren op het water ongeveer 15 meter voor je.
Veel op en neer hoppen en flinke crashes horen er absoluut bij. Verwacht niet dat je na een paar uur oefenen al lange stukken heen en weer vaart.
Bij voor of achterwaartse crashes probeer ik mijn tenen net in de voorste voetband te houden, zodat ik nog wat controle houdt over het board. Zo voorkom ik dat de foil tegen me aan slaat en kan ik makkelijker opnieuw starten, omdat het board nog bij me is. Merk je dat je echt de controle kwijt raakt, spring dan downwind van je board af, aangezien je board meestal upwind schiet.
Over het algemeen wordt de volgende leercurve aangehouden:
Dag 1: Leren zwemmen met foil.
Dag 2: Heen en weer varen zonder te vliegen, voorkomen dat je de hele tijd als een dolfijn op en neer gaat.
Dag 3: Voorzichtig stukjes vliegen, vanaf 5 of meer meters.
Dag 4: Vliegen over enkele honderden meters.
Dag 5: Voorkomen dat je niet te hard gaat en niet te hard crasht.
Wil je zelf ook het kite foilen leren? Je kunt terecht bij een van onze partnerscholen: Leerkitesurfen.eu
Hydrofoilen: hoe begin je?